De wortels van het brouwersgeslacht Cornelissen gaan terug tot begin jaren 1800. In die periode runt Jan Mathijs Cornelissen een brouwerij in Gerdingen, waar hij ook burgemeester is.

Brouwerij Sint-Jozef

Jan Mathijs heeft goede contacten met landbouwer-brouwer Charles Vissers uit het naburige Opitter, waarmee hij regelmatig samenwerkt. Die samenwerking ligt aan de basis van de start van de brouwerij Sint-Jozef aan het dorpsplein in Opitter in 1859.

In datzelfde jaar wordt ook Jozef Cornelissen geboren. Die krijgt de brouwerijmicrobe met de paplepel ingegeven en huwt in 1884 met Sophie Vissers, dochter van Charles.

Moeilijke tijden

Het brouwerskoppel krijgt 10 kinderen, maar het leven van Jozef gaat niet over rozen. Zijn vrouw Sophie overlijdt vroegtijdig en tijdens de eerste wereldoorlog worden grondstoffen, paarden enz. opgeëist. Ondanks alle tegenslag loodst Jozef Cornelissen zijn bedrijf en gezin moedig overal doorheen. Zelf overlijdt hij op 91-jarige leeftijd.

De geboorte van Pax Pils en Ops-Ale

In 1929 dient brouwer Jaak Cornelissen een aanvraag in voor het bouwen van een nieuwe brouwerij. De bouw daarvan wordt voltooid in de jaren ’34-’35 en in 1937 zien de bieren Pax Pils en Ops-Ale er het levenslicht.

Het is ook in die periode dat de initialen J.C. voor het eerst verschijnen op glazen, flessen, bierviltjes enz. Het ‘belast’ de volgende generaties met de opdracht om de voornaam van de oudste zoon te laten beginnen met de letter J, wat tot op heden nog altijd het geval is.

De eerste export-stappen

In de jaren ’60 worden onder leiding van Jan Cornelissen de eerste stappen richting export gezet. Ondermeer door het brouwen een Kronenbier voor de Duitse markt. Maar het blijven toch vooral Pax Pils en Ops-Ale die voor de grote volumes zorgen. De rechtstreekse levering daarvan aan cafés en depots verloopt nog tot 1965 met paard en kar.

Een frisse nieuwe wind

Na het plotse overlijden van Jan Cornelissen in 1979 komt zijn oudste zoon Josephus, die studeerde aan de brouwerijschool in Gent, al op dertigjarige leeftijd aan het hoofd van het familiebedrijf. Er waait onmiddellijk een frisse nieuwe wind door de onderneming. De brouwerij wordt van onder tot boven vernieuwd en nieuwe bieren, waaronder het Bosbier en de Limburgse Witte, worden ontwikkeld. Het bedrijf kent dan ook een flinke groei.

De zesde generatie

Eind 2004 komt Jef Cornelissen, enige zoon van Josephus, in het bedrijf. Tien jaar later neemt hij de leiding helemaal over en voert hij op het dorpsplein de nodige renovaties uit aan het gemeentehuis en aan de brouwerijgebouwen. De meest recente investering is een state-of-the-art waterzuivering die in 2014 in dienst wordt genomen.

Geheel volgens de familietraditie respecteert hij in 2013 de initialen J.C. door zijn opvolger de voornaam Jacob te geven. De zevende generatie Cornelissen krijgt op dit moment de brouwerijmicrobe zorgvuldig ingelepeld.

Als eerbetoon voor de vijf generaties die hem voorgingen beslist Jef Cornelissen in 2015 om de naam van de brouwerij om te vormen tot Brouwerij Cornelissen. Maar als goed in de regio ingebedde onderneming die staat voor vakmanschap en authenticiteit, is die naamsverandering vooral ook een sterk signaal naar de toekomst. Een signaal van vertrouwen in familiale waarden en kwaliteit waar men zijn eigen naam durft onder zetten.